Wethouder Evelien Zinkweg van de gemeente Oldenzaal maakt zich geen zorgen over de veiligheid op en rond het spoor in haar gemeente. Ze zegt dat tegen dagblad Tubantia in een reactie op de vele verhalen die er rondzingen over ‘een tsunami aan giftreinen’ die over het Oldenzaalse spoor rijden en alle gevaren die dat met zich mee zou brengen. “We maken dit soms wel heel erg groot” zegt ze. “De perceptie komt niet altijd overeen met de werkelijkheid.”

Vorige week nog riep de Oldenzaalse oud-notaris Wim Gaalman landelijke politici én Twentenaren op in beweging te komen tegen giftreinen.”Er mag wel wat meer aandacht zijn voor het feit dat de wagons met gevaarlijke stoffen in Oldenzaal gedurende lange tijd geparkeerd worden”, zei Gaalman tegen het AD. “Eigenlijk is er sprake van tijdelijke ‘opslag’ van gevaarlijke stoffen. In voorgaande jaren zijn op een aantal spoorlijnen de geldende risicoplafonds ernstig overschreden en dat is volkomen ontoelaatbaar.” Gaalman heeft zelfs een website opgezet om de problematiek onder de aandacht te brengen: veiligspoornederland.nl. De website bestaat uit een voorpagina en een doorklikpagina waar mensen zijn petitie kunnen tekenen.

Wethouder Zinkweg heeft verkeer en vervoer in haar portefeuille en heeft in die hoedanigheid de beschikking over werkelijke cijfers. Daaruit blijkt volgens haar dat het aantal treinen op Oldenzaals grondgebied waarin toxische en zeer toxische stoffen worden vervoerd op dit moment onder de norm ligt. Alleen waar het gaat om brandbare vloeistoffen is er sprake van een lichte overschrijding. Alle cijfers worden door de gemeente continu gemonitord.

De onrust die er onder de inwoners van Oldenzaal leeft over goederentreinen die gevaarlijke stoffen vervoeren is ingegeven door twee incidenten die zich in 2019 voor deden op het spooremplacement van Oldenzaal. Er werden toen gevaarlijke stoffen aangetroffen in ketelwagens die als leeg stonden geregistreerd. Volgens Gaalman worden er ook nu nog met regelmaat wagons met gevaarlijke stoffen gedurende lange tijd geparkeerd in Oldenzaal.

Ook daarvoor gelden echter regels. Een ketelwagen met gevaarlijke stoffen mag hooguit vier uur stilstaan op het emplacement in Oldenzaal. “Dat een trein soms moet wachten heeft vaak te maken met de logistieke afstemming op het Duitse spoor”, weet Zinkman. “Stoppen is ook toegestaan. Staat een trein langer stil dan vier uur, wat niet de intentie is van ProRail, dan is dat een incident en wordt dat ook gemeld bij de Omgevingsdienst.”

‘Mensen voelen zich blijkbaar toch wat onzeker’
Omgevingsdienst Twente-manager Martijn Luikens kent de verhalen, weet van de angst die onder de bevolking leeft, maar steunt de wethouder in haar visie. “Gevaarlijke stoffen zijn overal om ons heen”, zegt hij tegen Tubantia. “De regelgeving is wel zo dat de risico’s daarvan niet worden gebagatelliseerd. We proberen de risico’s zoveel mogelijk te beperken met allerlei ingebouwde veiligheidsmaatregelen. Het parkeren van een trein is bovendien minder riskant dan het rijden of rangeren van een trein.”
Zinkweg bagatelliseert de zorgen van de inwoners niet, maar wakkert ze ook niet aan. “Natuurlijk kan er wat misgaan. Daarom hebben we allerlei maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de gevolgen beperkt blijven op het moment dat dat gebeurt. Aan de andere kant: we moeten ons niet onnodig ongerust maken. Er staan soms treinen stil. En soms zitten daar gevaarlijke stoffen in. Maar hoe vaak ontspoort er nu een trein met gevaarlijke stoffen? De afgelopen honderd jaar is dat in Nederland niet één keer gebeurd. Treinen zijn nog steeds de meest veilige manier van transport.”

Ondanks dat Zinkweg alle cijfers kent, houdt ze de vinger nadrukkelijk aan de pols. “We staan voor de veiligheid van onze inwoners”, zegt ze tegen Tubantia. “Bij overtredingen kan er een last onder dwangsom worden opgelegd. Door de ontwikkelingen die er zijn geweest hebben we ook een intensiever contact met ProRail. We weten elkaar beter te vinden, de lijntjes zijn kort. Je ziet wel dat er in Oldenzaal meer vragen over de veiligheid op het spoor worden gesteld dan in andere gemeenten. De mensen voelen zich blijkbaar toch wat onzeker.”