Bram Roosendaal is Projectmanager Cool Train bij Raillogix. Na zijn studie Logistics Management aan de Hogeschool Rotterdam was hij op zoek naar een uitdaging waarbij hij het verschil kan maken ‘’Ik wilde werken aan iets innovatiefs, iets wat baanbrekend zou zijn. Die kans vond ik in het Cool Train-project.’’

Omdenken

De Cool Train is een innovatieve oplossing voor het vervoer van gekoelde lading per spoor. “We gebruiken wagons van RailRelease die voorzien zijn van een batterij, welke de koelcontainers onderweg van stroom voorziet. De batterij laadt zichzelf op via een dynamo, waardoor het transport volledig emissievrij is.” Deze manier van transport vraagt echter om een nieuwe manier van denken en organiseren. Als projectmanager is Bram de schakel tussen klant en operatie. Om gekoeld transport per spoor mogelijk te maken, moeten veel traditionele processen worden aangepast. Zo moeten alle partijen in de keten, van terminals tot railoperators, op de hoogte zijn van het feit dat er reefers op de treinen staan en daar ook rekening mee houden in hun planning. Treinen met reefers kunnen niet eindeloos ergens geparkeerd worden. Daarnaast vraagt het niet alleen om kennis van de trein, maar ook om inzicht in de specifieke eigenschappen en vereisten van de lading. ‘’Of het nu gaat om diepgevroren producten zoals patat en vlees (-20 tot -30) of om farmaceutische goederen rond het vriespunt waarbij de temperatuur niet mag schommelen, wij zorgen voor een constante energietoevoer én uitgebreid inzicht. Dankzij een real-time dashboard hebben we inzicht in cruciale gegevens zoals temperatuur, locatie en andere belangrijke informatie.’’

‘’Wij nemen de drempels weg voor klanten’’

Om verladers te overtuigen om voor het spoor te kiezen, moet het proces zo eenvoudig mogelijk zijn. Ze willen niet met tientallen partijen schakelen, maar juist één aanspreekpunt en de zekerheid dat hun vracht op tijd en zonder zorgen aankomt. De vrachtwagen lijkt hierin vaak de meest voor de hand liggende keuze: één partij, één rit en volledige flexibiliteit. ‘’Maar dat is zonde,’’ zegt Bram. ‘’Want vervoer per spoor kan ook – met alle voordelen van dien. Daarom halen wij alle mogelijke drempels weg. Ik probeer constant het verschil te maken door mee te kijken in de hele end-to-end supply chain van de klant. Zo faciliteren we in alles waar behoefte aan is: van het organiseren van tractie, wagons en voor- en natransport tot het aanmelden bij de terminals. We maken het spoor niet alleen toegankelijker, maar ook aantrekkelijker. Wat we vaak zien, is dat klanten eerst voorzichtig beginnen met een klein deel van hun transport via spoor. Maar zodra ze de voordelen ervaren, willen ze meer.’’

Het kloppend hart van spoorlogistiek in Rotterdam

Met acht sporen van 750 meter en vier portaalkranen verwerkt de RSC-terminal wekelijks zo’n 5.000 eenheden. Gelegen aan de oostkant van de Rotterdamse haven en direct verbonden met de Betuweroute, is het een belangrijk knooppunt voor goederenvervoer door heel Europa. De terminal verbindt niet alleen treinen, maar ook vrachtwagens en shortsea-schepen. Voor Schilte is die samenwerking tussen modaliteiten essentieel. “Alles valt of staat met goede afstemming. Wij moeten de eenheden op tijd hebben, en onze partners met een shortsea of binnenvaart verbinding rekenen weer op ons. Alleen door samen te werken kunnen we het maximale uit het spoor halen.” 

Een visie op de toekomst

Peter is een optimist én realist. Hij ziet kansen in verdere opschaling en betere samenwerking binnen de sector. Maar hij pleit voor meer promotie van het spoor, zowel binnen de sector als richting de overheid. “Het spoor heeft zoveel potentie. Dat weet iedereen inmiddels wel. Maar we moeten blijven uitleggen waarom het belangrijk is. Zonder aandacht groeit het niet.”